Een cash buffer is een onmisbaar onderdeel van iedere gezonde financiële huishouding. Hoe zorg je ervoor dat je buffer je rendement niet in de weg zit?

Waarom een buffer?

Je hebt een cash buffer nodig om twee redenen. Als eerste wil je niet op een ongunstig moment in de situatie terecht komen dat je aandelen
moet verkopen. Als je tijdens een recessie aandelen moet verkopen, dan heeft dit een extra grote invloed op je pensioendoelen.

Als tweede wil je in ieder geval een deel van het geld gelijk beschikbaar hebben. Sommige aankopen of reparaties wil je gelijk laten uitvoeren en je wilt hierbij niet afhankelijk zijn van de openingstijden op de beurs. Zelfs anno nu kan het nog enkele dagen duren voordat je je geld beschikbaar is. Niet handig als de CV-ketel het heeft begeven op een koude winterdag.

Je buffer mag niet te klein zijn

Een buffer moet wat mij betreft groot genoeg zijn om te
voorkomen dat je je beleggingen moet verkopen als je tegenslag hebt. Je moet een combinatie van tegenslagen kunnen opvangen.

Sommige tegenslagen kun je alleen maar opvangen met geld. Denk aan een terugval in je inkomen (werkloosheid) of een spoedreparatie die je
moet laten uitvoeren aan je huis of auto.

Andere tegenslagen kun je eventueel oplossen door tijdelijk in te leveren op comfort. Als je TV of bank het plotseling begeeft, dan kun je (tijdelijk) een tweedehands exemplaar gebruiken. Je kunt dan weer iets beters
kopen als je weer meer geld hebt.

Buffer niet te groot

Je buffer moet ook niet te groot zijn. Je buffer is per definitie dood geld dat weinig tot niet rendeert. Hoe groter je buffer, des te groter het misgelopen rendement. Ga maar na wat er gebeurt als je dertig jaar
lang een buffer aanhoudt die €5000 te groot is. Je had daarmee een
nettorendement van gemiddeld 5% per jaar kunnen pakken.

Na 30 jaar had je van die €5000 ruim €21000 kunnen maken.
Als het al die op de spaarrekening heeft gestaan, is het €5025 waard bij de huidige rentestanden. 

Begrijp me niet verkeerd. Je buffer staat stil omdat je het gelijk wilt kunnen inzetten. Het is eigenlijk een soort verzekering. Maar je
gaat een Fiat ook niet verzekeren alsof het een Ferrari is.

Vuistregel

Voor de meeste mensen die in loondienst werken, is een buffer van drie keer je maanduitgaven wat mij betreft ruim voldoende. Let wel:
dit geldt alleen als je verder nog geld hebt. Je buffer mag niet je enige geld zijn. Heb je verder geen geld, dan kun je de bufferberekenaar van het NIBUD als basis aanhouden.

Als je extreem zuinig leeft, dan is drie keer je maanduitgaven wellicht iets te weinig. Een CV-ketel of een spoedreparatie aan je dak is voor iedereen even duur.

Als je een huurhuis hebt en geen auto hebt, drukt dit de benodigde buffer behoorlijk. 

Belangrijker misschien dan nog dan het exacte bedrag is het gevoel dat je aan een buffer kont ontlenen. Als jij graag wilt dat je een jaar lang kunt leven zonder dat je je beleggingen moet verkopen, dan moet je dat
vooral doen. Omgekeerd zijn er ook mensen die maar weinig geld apart hebben staan, omdat ze vertrouwen op hun creativiteit.

Creditcard

Een creditcard is een manier om je buffer te vergroten
zonder opportunity cost. Het is in feite een vorm van krediet dat elk moment beschikbaar is. Ik houd zelf een creditcard aan als deel van mijn buffer.

Mijn partner en ik hebben meerdere stabiele inkomstenbronnen en een hoge spaarratio, waardoor er weinig situaties zijn waarin we een creditcardschuld moeten laten oplopen. Het ergste dat er kan gebeuren is dat we een maand niet kunnen inleggen op de beurs.

Cash is king

Uiteindelijk geldt: cash is king. Vrij opneembaar spaargeld
kun je binnen enkele uren inzetten als dat nodig is. Ik heb ruim een
maandsalaris gewoon in cash staan.

Ik accepteer dat ik hiermee een lager rendement hebt op je buffer dan op je aandelen. Bij het andere gedeelte van je buffer kun je nog
iets aan rendement maken.

De enige mogelijkheid om stabiel wat geld te verdienen is met een termijndeposito. Ik heb er een lopen bij mijn bank (Knab). Deze loopt
ieder kwartaal af en wordt automatisch verlengd. De rente hierop is nog steeds laag, maar ik kan het geld er ook tegen geringe extra kosten (verloren rente) vanaf halen als ik het toch nodig hebt.

Uiteindelijk ziet mijn buffer er als volgt uit:

1.5 maanduitgave aan cash (€3000)

1 termijndeposito van drie maanden met daarin nog €3000

1 Creditcard met bestedingslimiet iets hoger dan een
maandsalaris

Obligaties?

Mocht je toch echt het gevoel hebben dat je geld aan het
weggooien bent met je buffer, zet het dan in obligaties. In een goed jaar maak je hiermee nog een klein beetje rendement (zeg, een half procent).

Laat je een buffer van €4000 dertig jaar lang in obligaties staan,
dan heb je €500 euro verdiend aan rendement. Daar staat tegenover dat het een keer kan gebeuren dat je bij je obligaties moet als deze in waarde gedaald zijn, waardoor dit voordeel volledig weg is.